Exploot op briefadres of openbaar betekenen? Rechtspraak, ECLI:NL:HR:2019:1052, Prejudiciële vragen. — Kan en moet de deurwaarder een exploot uitbrengen aan een in de basisregistratie personen (BRP) opgenomen briefadres in plaats van openbaar te betekenen op de voet van art. 54 Rv? Het antwoord hierop wordt positief beantwoordt door de Hoge Raad. Uitleg Art. 45-47 Rv; art. 54 lid 1 Rv; art. 1:15 BW. Conclusie, volgend.
Prejudiciële procedure
In deze prejudiciële procedure gaat het om de vraag of de deurwaarder een exploot dat is bestemd voor een natuurlijke persoon, kan en moet uitbrengen aan een in de basisregistratie personen (hierna: BRP) opgenomen briefadres.
Een briefadres is het adres van een andere persoon of van een instelling (de zogenoemde brief-adresgever). Met het adres van de brief-adresgever bent u zonder woonadres toch bereikbaar voor de overheid. Een briefadres is nooit een postbus.
De feiten
Bij dagvaarding van 3 mei 2018 heeft DSW gevorderd dat de rechtbank [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 265,50, vermeerderd met wettelijke rente.
Blijkens de dagvaarding heeft [gedaagde] geen bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland.Uit de BRP blijkt dat [gedaagde] wel een bekend briefadres in [plaats] heeft.
De dagvaarding is op de voet van art. 54 lid 2 Rv betekend aan de officier van justitie bij de rechtbank te Rotterdam. Een uittreksel van dit exploot is op 9 mei 2018 bekendgemaakt in de Staatscourant. Een afschrift van dit exploot is verzonden naar het door [gedaagde] opgegeven briefadres.[gedaagde] is niet in het geding verschenen.
Kantonrechter
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis overwogen dat, voordat verstek kan worden verleend en de vordering kan worden beoordeeld, beoordeeld moet worden of de dagvaarding rechtsgeldig aan [gedaagde] is betekend.
“1. Geldt een door een persoon in de BRP opgegeven briefadres als gekozen woonplaats als bedoeld in artikel 1:15 BW?
2. Zo ja, dienen exploten op grond van artikel 46 Rv betekend te worden op dit adres?
3. Zo ja, maakt deze gekozen woonplaats ook (uitsluitend) de rechter van deze woonplaats bevoegd om kennis van het geschil te nemen zoals bedoeld in artikel 99 Rv?
4. Zo niet, is een openbare betekening van het exploot als bedoeld in artikel 54 lid 2 Rv voldoende of moeten en/of kunnen er bij een bekend briefadres en/of andere bekende gegevens (zoals bijvoorbeeld een e-mailadres) nadere eisen worden gesteld?”
Beantwoording prejudiciële vragen

Aangezien van een briefadres slechts sprake kan zijn in de gevallen dat de keuze daarvoor verplicht is, dan wel de wet die keuze mogelijk maakt, moet, mede gelet op de omstandigheid dat betekening op een briefadres effectiever is dan openbare betekening, voor de toepassing van de art. 45-47 Rv een briefadres in de zienswijze van de Hoge Raad worden aangemerkt als gekozen woonplaats in de zin van art. 1:15 BW.
Het voorgaande betekent volgens de Hoge Raad dat geen sprake is van een onbekende woonplaats of onbekende werkelijke verblijfplaats als bedoeld in art. 54 lid 2 Rv, zodat exploten aan het briefadres betekend moeten worden en voor openbare betekening geen plaats is. Het voorgaande lijdt uitzondering indien de deurwaarder moet aannemen dat het briefadres niet (meer) juist is en de stukken de betrokkene niet zullen bereiken bij betekening aan het briefadres.
Indien degene voor wie het exploot is bestemd, voor een of meer bepaalde aangelegenheden een andere gekozen woonplaats in de zin van art. 1:15 BW heeft dan het briefadres, moet de deurwaarder exploten die verband houden met die aangelegenheden, betekenen aan die gekozen woonplaats en niet aan het briefadres.
Meest gelezen op onze site: Boetebeding in Huurovereenkomst.